Structureeroefening 3

Ook een titel is een manier om teksten te structureren. Je vindt in deze oefening een tekstfragment uit een syllabus. Duid van elke hoofding de titel aan die het beste weergeeft waarover het tekstdeel gaat.

1

Een open vraag laat zoals de naam al aangeeft het antwoord volledig open: er worden geen mogelijke antwoorden voorgesteld. Dit heeft als voordeel dat de respondent enorm vrij is in zijn/haar antwoord en zo zeer veel extra informatie kan geven die de onderzoeker misschien niet had verwacht of voorzien. Bovendien moet je als onderzoeker bij het opstellen van een open vraag niet nadenken over de aan te bieden antwoordcategorieën. In grote bevragingen worden open vragen echter weinig gebruikt omdat ze moeilijker te vergelijken zijn tussen respondenten en moeilijker te verwerken zijn. Bij enquêtes die door de respondent zelf schriftelijk moeten worden ingevuld, bestaat bovendien de kans dat de tekst moeilijk leesbaar is. Een open vraag wordt in de praktijk vaak gebruikt in tweetrapsvragen: je stelt eerst een gesloten vraag met een beperkt aantal antwoordopties, vervolgens geef je de respondent de mogelijkheid zijn/haar antwoord toe te lichten of verder te verklaren. Op die manier combineer je de voordelen van beide vraagtypes: de gesloten vraag peilt naar de belangrijkste informatie terwijl je in de open vraag verdiepend kunt doorvragen.

Wanneer je gebruikmaakt van open vragen, moet je die ook als dusdanig registreren. Open vragen meteen door de interviewer laten invullen onder een gesloten vraag (‘veldcoderen’) is geen goede keuze. De registratie van antwoorden moet zo eerlijk en eenduidig mogelijk gebeuren. Pas bij de verwerking van de data, wanneer je zicht hebt op alle antwoorden en eventuele antwoordpatronen, kun je antwoorden op open vragen eventueel omzetten in categorieën.

2

Gesloten vragen bieden vooraf vastgelegde antwoordmogelijkheden. Daardoor is het eenvoudig als respondent om te antwoorden, en zijn voor de onderzoeker de antwoorden eenvoudig te verwerken en makkelijk vergelijkbaar. Daarbij is het echter wel zeer belangrijk dat de aangeboden antwoordcategorieën nauwkeurig gekozen zijn. De aangeboden antwoordcategorieën kunnen immers het antwoordgedrag sterk beïnvloeden. Antwoordopties kunnen sturend zijn, of mee de interpretatie van de vraag beïnvloeden. Vooraf vastgelegde antwoordopties laten ook minder vrijheid en nuance in de antwoorden van de respondent toe. Meer informatie hierover vind je onder de hoofding ‘Antwoordcategorieën’.

3

Naast open en gesloten vragen bestaan er nog types. Zo vind je in sommige vragenlijsten rangschikvragen terug. Hierbij kunnen respondenten bepaalde categorieën of concepten rangschikken naar bijvoorbeeld belangrijkheid (bv. ‘Wat vind jij het grootste probleem waarmee de huidige samenleving wordt geconfronteerd?’). Je kunt ook mensen gedwongen laten kiezen tussen twee opties. Dit wordt vaak gebruikt in psychologische testen (bv. 'Welk van de adjectieven past het best bij jouw persoonlijkheid: introvert – extravert; bescheiden – pronkerig; …').